Laat de linzen weken. Let op: dit duurt 4 uur. Zelf doe ik dit vaak de avond ervoor of ’s morgenvroeg.
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Was de bieten schon en dep deze droog. Wanneer de biet er van buiten niet zo fraai meer uitziet kun je met een dunschiller deze raspen maar dit hoeft in principe niet.
Snijd de rode bieten in partjes en leg deze op een met bakpapier beklede bakplaat. Schenk een klein beetje olijfolie er overheen en breng op smaak met peper en zout.
Hussel de bietjes om en plaats de ovenplaat voor ongeveer 25 a 30 minuten in de oven, totdat de rode bieten geroosterd en gaar zijn.
In de tussentijd giet je het weekwater van de linzen af en kook je de linzen met schoon water op middelmatig vuur totdat deze gaar zijn. Op de verpakking staat vaak ongeveer 45 minuten maar zelf giet ik deze vaak al naar ongeveer 25 minuten af omdat ik de linzen gaar wilt hebben maar nog wel met een bite.
Haal de geroosterde bieten uit de oven en laat een beetje afkoelen.
Rooster de hazelnoten in de oven. Let op dat de noten niet aanbranden.
Je kan nu de bordjes opmaken. Leg de rucola op een grote schaal en leg daarop de gekookte linzen.
Voeg de geroosterde bietjes en stukjes makreel toe.
Pocheer de eieren, laat uitlekken en leg deze bovenop de salade.
Schenk een klein beetje olijfolie over de salade en breng op smaak met peper en zout.
Strooi de geroosterde hazelnoten over de makreelsalade.
Snijd met een scherp mes de gepocheerde eieren door midden en serveer direct.